De vraag
Mevrouw, ik zag u staan
met uw ranke zwarte benen
glanzend als een opgepoetste kauw
Toen ik u daar zag,
uw ronde vormen
die zo bijzonder geheimzinnig leken
wilde ik iets zeggen,
iets moois en dieps
over uw knapheid en
ook iets liefs
en dat u zo verstandig bent
maar iets hield mij toen tegen,
ik weet niet wat het was
misschien zou u geen woorden willen spreken
met een meneer die u niet kent
en dat maakte mij opeens verlegen
en toch, op een goede dag,
ga ik het proberen,
ik verzamel al mijn houten moed,
poets mijn vlammend rode poten
tot ze glimmen als satijn
en dan is mijn vraag
of u mij mag
en of ik uw meneer kan zijn
en ach
wordt u mijn mevrouw?
Dat zal ik u eens vragen,
vandaag nog niet, maar morgen
of nou ja, in elk geval
heel gauw