Aan de zoon die ik nooit had

ik raap de galm
van je voorhoofd
uit je voeten scheur

ik de stegen
om je schouders
hang ik de nachten

voor jou wenk ik
vijfentwintig
zwaluwen om je

te vergezellen
op je smalle schip
en zeven maal vijftien

knopen leer ik je
knopen met je
ogen dicht

ik zet de aarde
nader rondom
jouw gezicht

god wat lijk je
op je vader